Wist je dat je tijdens het hardlopen bij elke landing op één voet ongeveer drie keer je eigen lichaamsgewicht op moet vangen? Veel aandacht besteden aan je schoeisel vermindert de kans op blessure aanzienlijk.   

Het is nog helemaal niet zo makkelijk om die hardloopschoenen te vinden die bij jou passen. Om er zeker van te zijn dat je met het juiste paar naar buiten loopt, moet je ervoor zorgen dat de schoen, van kop tot teen, precies goed is. Maar hoe dan?

Van kop tot teen?

Het is simpel. Denk je dat je de verkeerde schoenen hebt gekocht omdat iets tegenzit? Dan zegt het gevoel dat je al niet lekker loopt. Niet goed als je nog wat kilometers voor de boeg hebt. Er zijn zelfs renners die telkens op dezelfde kleur schoenen lopen. Het is dus ook belangrijk dat je een goed gevoel bij je nieuwe paar schoenen krijgt.

Als we kijken naar de pasvorm, dan mag de schoen niet muurvast zitten. De hiel moet precies passen en  je voet moet vrij gemakkelijk uit de (niet strak) geveterde schoen gehaald kunnen worden. Je kunt het best je schoenen dichtmaken tot het laatste vetergaatje. Dat minimaliseert de kans op slippen in de schoen. Die hiel mag wel iets bewegen, maar dat moet niet vervelend aanvoelen. Elk beetje irritatie dat je in de winkel voelt, zal tijdens het hardlopen versterken.

De verticale pasvorm

De bovenkant van de schoen moet precies passend en stevig aanvoelen rond je voet. Als je druk rond je voet voelt, heb je meer ruimte nodig. Als de schoen prima past, maar toch nog vervelend aanvoelt onder de veters, ga dan niet meteen op zoek naar een ander paar. Probeer eerst of anders veteren van de schoenen verbetering geeft.

Breed genoeg?

Je voorvoet moet in de schoen naar beide kanten kunnen bewegen zonder over de rand van de binnenzool te gaan. Je moet ongeveer een halve centimeter speling hebben bij het breedste deel van je voet. Als je met de onderkant van je kleine teen op de rand van de schoenleest komt, dan weet je dat de schoen te klein is.

Wiebelruimte

Voeten zwellen en worden langer tijdens het hardlopen. Om te checken of je daartoe voldoende ruimte hebt moet je de voet met de langste teen (wat niet altijd de grote teen is) tegen de voorkant van de schoen schuiven. Zo ontstaat ruimte tussen je hiel en de achterkant van de schoen. Als daar een duim in past, dan is de maat goed. De verkoper kan dat controleren. Je tenen moeten ook vrijelijk op en neer kunnen wiebelen. Die wiebelruimte beschermt tegen voorvoet problemen.

Controleer Buigzaamheid

Controleer het buigzame deel van de schoen voordat je hem aantrekt. Je kunt dit doen door de hiel van de schoen vast te houden en de voorkant van de zool tegen de vloer te duwen. Kijk goed of het buigpunt van de zool overeenkomt met het buigpunt van je voeten. Een verkeerd gelijnd buigpunt kan leiden tot pijn onder de voetboog of tot fasciitis plantaris, een ontsteking van de peesplaat aan de onderkant van de voetzool. Is de schoen te stug, dan kan dat leiden tot problemen aan de kuiten en achillespezen.

Probeer de schoen uit

Als de schoen goed past en hij zit lekker, dan ben je er nog niet. Je kunt pas echt voelen of de schoenen bij jouw voeten passen door er een stukje op te rennen. Dat kan op de loopband van de winkel, door een lange gang of buiten, op de stoep. Soms blijkt dan extra ondersteuning van de voetboog nodig hebt. Maar als je voetboog verkrampt aan gaat voelen is juist minder ondersteuning gewenst.